Thema: Kind zijn in de oorlog
Hier treft u de verhalen met als thema Kind zijn in de oorlog
Kies ander thema:
Kutza, Margret, geboren in 1933 vertelt een Duitse verhalen verhaal:
Er stonden drie voorraadtanks (licht)gas in de directe omgeving en als die getroffen zouden worden, dan zou niemand van ons dat overleven. Daarom werd bij ons in de kelder een dikke, massieve deur aangebracht, waardoor we ons wat zekerder voelden. Ik was toen denk ik 10 jaar oud en dan sliepen we ’s nachts verder in de kelder. We hoorden voortdurend het luchtafweergeschut, er stond een FLAKstelling bij ons in het dal en eentje iets verderop, en ik zat altijd met m’n handen voor m’n oren. Toen m’n broers een keer thuis waren met verlof, vroegen ze ons wat we eigenlijk in ‘dat hol’ deden; daarmee bedoelden ze onze kelder. ‘Want’, zeiden ze, ‘als het huis een voltreffer krijgt, overleven jullie dat daar ook niet. Blijf maar gewoon in bed liggen!’ We begrepen er niets van, we voelden ons daar toch echt wel een beetje veiliger.
Kutza, Margret, geboren in 1933 vertelt een Kind zijn in de oorlog verhaal:
Monkhorst, Gerard, geboren in 1933 vertelt een NSB' ers verhaal:
Het korps van politie had destijds een NSB –er als commissaris en er waren verschillende inspecteurs die veel sympathie koesterden voor de Duitsers. Daar had mijn vader best moeite mee. Hij stond wat dat betreft goed bekend bij de binnenlandse strijdkrachten of ondergrondse, maar door de hogere korpsleiding werd hij daarom wel in de gaten gehouden.
Monkhorst, Gerard, geboren in 1933 vertelt een Kind zijn in de oorlog verhaal:
Monkhorst, Gerard, geboren in 1933 vertelt een verhaal:
Mulder, Koen, geboren in 1927 vertelt een Mooie uitspraken van onze kinderen verhaal:
Ja, we mogen nooit vergeten wat er gebeurd is en dat het zó weer kan gebeuren. Daarom is herdenken heel belangrijk. Let op, let goed op, wees altijd attent dat je niet ingepakt wordt door allerlei mooipraters en andere slimme politici. Vorm altijd een zelfstandig oordeel.
Mulder, Koen, geboren in 1927 vertelt een Kind zijn in de oorlog verhaal:
Waarom ik eigenlijk in de gevangenis zat dat was gewoon omdat ik tot dat gezin behoorde. Het had niet een bepaalde reden. En het is natuurlijk heel vreemd hé, je wordt plotseling opgesloten in een cel met drie vreemde mensen. Ja, ik heb het maar allemaal ondergaan. Vreemd genoeg was ik niet bang. Je bent eigenlijk plat geslagen, alle gevoelens verdwijnen, dat geldt misschien niet voor iedereen, maar voor mij althans wel.
Mulder, Koen, geboren in 1927 vertelt een Het verzet verhaal:
Radermacher Schorer, Jeanne, geboren in 1932 vertelt een Kamp Amersfoort & de gevangenen verhaal:
Ja, we woonden naast het Kamp, dat wil zeggen, dat je ook in dat Kamp kon kijken, en dat hebben mijn ouders dan ook regelmatig gedaan, en ze hebben me de allerergste dingen bespaard, maar ik weet nog wel, dat mensen die bij mijn ouders hout kwamen hakken dat iedereen stookgelegenheid moest hebben, mijn vader zei hak hier het bos maar om, en die zeiden nou meneer, gaat dat de hele dag zo door? Dan hoorde je die honden achter de gevangenen aan en dan hoorde je de meest gillende geluiden.
Radermacher Schorer, Jeanne, geboren in 1932 vertelt een Kind zijn in de oorlog verhaal:
Als kind ben je nieuwgierig en dan wil je dat je ouders je vertellen wat er gebeurt, zeker als er nog iemand in huis komt die zich gaat verstoppen. Maar toen ik er naar vroeg, zei mijn vader ‘hou je mond, daar heb jij nu even niets mee te maken’. Ik antwoordde daarop ‘maar ik ga jullie toch nooit verraden?’ en toen reageerde mijn vader heel goed, vind ik zelf. Hij zei me: ‘nee, je zult ons niet willen verraden, maar als hier een mof binnenkomt die tegen jou zegt ‘kindje, kun jij mij eens even vertellen ….’ en jij zegt ‘nee’, dan pakt hij vervolgens je hand, neemt je mee naar de voordeur, kletst de voordeur tegen je hand zodat die eraf ligt, nou dan ga jij heus wel iets zeggen.’
Op zo’n moment krijg je een schok en dan denk je: ‘ja, dat is toch wel eng.’
Radermacher Schorer, Jeanne, geboren in 1932 vertelt een Kind zijn in de oorlog verhaal:
Mijn vader ging op mijn kinderfiets ging eten halen bij de boeren in de Treek. Die kende hij allemaal persoonlijk, omdat hij in het gewone leven jagermeester van de Jachtvereniging was. Dat betekende ’s ochtends vroeg met de hondjes uit en ook het onderhouden van contacten met de boerderijen. Dat was heel fijn in de oorlog, want daardoor kon hij voor ons grote gezin met onderduikers nog eens wat te eten halen. Dat deed hij dus op mijn kinderfiets, want de Duitsers vorderden alle fietsen in. Hij is één keer aangehouden door een Duitser, die zijn fiets wilde hebben. Waarop mijn vader zei: Was? Ein Kinderrad für ein Officier? Dáár had die Duitser niet van terug en die heeft het toen maar gelaten. Mooi hé?
Radermacher Schorer, Jeanne, geboren in 1932 vertelt een Duitsers & Duitsland nu verhaal: