Zegt iets over Het verzet:
“Ik ben echt bang geweest die nacht. Wat komt eruit voort en wie gaat er praten?”Zegt iets over Jodenvervolging & misdaden:
“Hij was echt een levend lijk en kon alleen nog maar kruipen over de grond”Zegt iets over Onderduikers:
“z’n kop gaat eraf en we krijgen hem toch wel te pakken”
BIOGRAFIE
Ik ben Jo Westerveld, ik ben geboren 22 juli 1922 in Nieuwer Amstel, daar heb ik gewoond tot ik bijna tien jaar was, toen zijn we vertrokken naar Amsterdam waar mijn vader koster werd van de Koepelkerk aan het Leidse Bosje.
In het begin van de oorlog denk je het zal wel loslopen. Ik was net een poosje van de nijverheidsschool af, ik wilde graag leren naaien en al die dingen meer. Maar in 1942 kreeg mijn moeder veel last van hoofdpijn. De dokter dacht dat ze zich veel te zenuwachtig maakte over de oorlog. Tot op een gegeven moment, dat zal in de herfst ’42 geweest zijn, ze een hersentumor bleek te hebben. Na een lang ziekbed is ze in juli 1945 overleden. Ze was net een maand daarvoor 50 geworden. Dat is voor ons als gezin ook natuurlijk heel moeilijk geweest.
Door het kosterschap van mijn vader in de Koepelkerk kenden we veel mensen en die belden aan om iets te vragen, iets te weten of voor hulp Zo leerden wij ook de familie van der Steeg met hun zoon Wim kennen die mijn latere man zou worden.
Zowel mijn vader als Wim en ik waren toen actief in het verzet. Dat varieerde van blaadjes rondbrengen, koerierswerk en Wim zat in een groepje rond zijn voormalige scheikundeleraar Wim Mulder dat zich bezig hield met wat chemische dingen. Daar was hij erg zwijgzaam over. Die hele groep en Wim ook is op een gegeven moment opgepakt, Wim was toen 19 en naar de strafgevangenis in Scheveningen gebracht. Daar zijn ze, op Wim na, allemaal gefusilleerd.
Dat laatste heeft hij nooit kunnen verwerken. “Waarom ben ik nou gespaard en zij allemaal niet?” In de jaren 70 is die bom gebarsten en dat oorlogstrauma is voor ons gezin met inmiddels 6 kinderen enorm bepalend geweest.
Die oorlog is altijd als een schaduw over ons allemaal blijven hangen. Het was een schat van een man en vader maar hij van die periodes dat hij depressief was. Dan zat hij de hele dag in zijn stoel en was hij – ik denk ook wel door de medicijnen – manisch depressief. Daar word je gek van. Dat is echt verschrikkelijk. Hij is in 1997 overleden en begraven naast al z’n voormalige verzetsvrienden hier op Rusthof in Amersfoort.
Foto’s:
Jo; de Koepelkerk in Amsterdam; Wim ; de verloving in november 1945
Westerveld, Jo, geboren in 1922 vertelt een verhaal:
En toen gebeurde het dat de koster van de Keizersgracht kerk, en de predikant van de Keizersgracht kerk, die vlakbij onze kerk lag, voor de kerk werden doodgeschoten. Dus dat moet ook verraderswerk geweest zijn. Wij wisten toen helemaal niet hoor dat daar vandaan ook verzetswerk gedaan werd.Nou, en dan krijg je een soort paniekreactie. Er moest direct van alles weg bij ons. Alleen mijn vader en ik mochten thuis blijven, of dat moest zelfs, want je mag de kerk niet alleen laten. En toen ben ik bang geweest, ik ben toch echt wel even bang geweest die nacht hoor, ik dacht: ‘o, jeetje, wat komt eruit voort, zijn er nog meer, en wie gaat er praten?’
Westerveld, Jo, geboren in 1922 vertelt een verhaal:
Van tijd tot tijd waren er verhoren. En van Rijn is dus eerst verhoord, dat moet wel, want anders had Wim dat nooit gezien. Dus na ’t verhoor van van Rijn, was Wim aan de beurt. Maar die is niet gemarteld. Ja, wel een schop of weet ik wat, maar verder niet. Maar van Rijn was echt een levend lijk, eh, die kon niet meer. Hij kon alleen nog maar kruipen over de grond, en dat is ook z’n dood geweest natuurlijk hé. Maar dat is heel, heel erg geweest.
Westerveld, Jo, geboren in 1922 vertelt een verhaal: