Zegt iets over NSB' ers:
“ik haatte hem. Niet omdat ik hem kende, maar omdat hij een NSB’er was.”Zegt iets over Verhalen van onze kinderen:
“De hond at met mensen mee, ”
BIOGRAFIE
Ik ben Anki Romme, in 1928 geboren als Anki Schwerzel. Toen de oorlog uitbrak, zat ik in de zesde klas van de lagere school. We woonden in Amersfoort en ik had een zus Betty en twee broers Piet en Loek. Het leven ging in eerste instantie vrij normaal door met school, vriendinnen, sport. Totdat de joden werden vervolgd en ze moesten onderduiken. En toen moest ook mijn broer onderduiken; hij zat thuis tot het einde van de oorlog.
Naderhand hebben we nog een echtpaar en een heel oude dame in huis genomen, omdat zij uit hun huis aan de Barchman Wuytierslaan waren gebombardeerd. We hebben ook een joods echtpaar in huis gehad. Zij zaten eerst bij dokter Hendriks in Amersfoort, toen bij ons en uiteindelijk toch weer terug naar de dokter. Ik zag ze terug bij de bevrijding, toen we allemaal op straat aan het hossen waren. Hun hele familie inclusief hun moeder van 102 was vermoord. Gaskamer. Zij waren als enigen overgebleven.
Op een dag in februari 1945 kwam mijn vader lijkbleek thuis en hij zei: ‘ik heb iets vreselijks meegemaakt, op de Barchman Wuytierslaan ligt een groot aantal dode mensen en dat hebben de Duitsers gedaan’. Ik heb toen mijn jas aan getrokken, ben door de Van Hoogendorplaan naar beneden naar de BW-laan gelopen en ik ben langs de mensen gelopen. Ik heb gekeken, mijn gezicht weer strak naar voren gedaan en langs de andere kant een blokje rond gedaan en weer terug naar huis. Ik moest gewoon getuige zijn van wat er hier in Nederland gebeurde. Ja, dat was heel erg, afschuwelijk.
In Amersfoort is het nog meer gebeurd, maar dat wist ik toen niet. Dit wel, dit gebeurde ineens heel dicht bij mijn huis. Achteraf werd duidelijk dat er 20 mensen waren gefusilleerd: 18 gevangenen uit Kamp Amersfoort en 2 voorbijgangers. Het was een vergelding van de Duitsers omdat er 2 Duitse militairen waren doodgeschoten door het verzet.



Schwerzel, Anki, geboren in 1928 vertelt een verhaal:
Wij woonden op het Thorbeckeplein en daar tegenover was de HBS en aan de andere kant stond een villa. Daar woonden NSB-ers. De familie Frima. We hebben die mensen zo verschrikkelijk gehaat, je wilde eigenlijk niet eens langs dat huis lopen. Ze hadden een zoon, Pietje. Na de bevrijding hebben mensen een pop opgehangen in de Langestraat die Pietje Frima moest verbeelden. Zo van ‘Pietje Frima hangen we op!’ Die jongen was van mijn leeftijd, misschien iets ouder en ik haatte hem. Niet omdat ik hem kende, maar omdat hij een NSB’er was. En NSB’ers heulden met de Duitsers, de moffen.
Schwerzel, Anki, geboren in 1928 vertelt een verhaal: