Zegt iets over Mooie uitspraken van onze kinderen:
“Wees altijd attent dat je niet ingepakt wordt door allerlei mooipraters en andere slimme politici”Zegt iets over Kind zijn in de oorlog:
“Waarom ik eigenlijk in de gevangenis zat, was gewoon omdat ik tot dat gezin behoorde”Zegt iets over Het verzet:
“Ik verwijt niemand iets, zoiets gebeurt nu eenmaal in een oorlog en in het verzet”
BIOGRAFIE
Ik ben Koen Mulder en ik ben op 5 januari 1927 geboren in Amsterdam. Ik woonde daar met mijn ouders en m’n 15 maanden oudere broer Wim. In de oorlog hadden we een onderduiker. Ene Van Rijn, groenteboer uit Utrecht, die in het verzet zat. Hoe hij bij ons kwam, weet ik eigenlijk niet, hij was er ineens. Je vroeg je in die tijd ook niet veel af, want je wist dat dat gevaarlijk was. Die Van Rijn was een heel geschikte man.
Mijn vader was chemicus en ik weet niet of mijn broer op de hoogte was, maar ik wist in ieder geval niet dat hij in het verzet zat. Ik wist wél dat hij fel anti-Duits was. Voor de oorlog zat hij bij de vakbond en ja, we wisten thuis wel wat er in Duitsland gebeurde. Er hingen ook landkaarten met het front erop. Maar het schijnt dus dat hij bommen heeft gemaakt voor het verzet, hij was nogal handig. Nou ja, en toen op een dag in 1943 moest er iemand omgelegd worden en dat is misgegaan. Daarop is Van Rijn opgepakt en toen zijn wij ook allemaal afgevoerd. Eerst naar de Euterpestraat en de volgende dag naar de gevangenis aan de Amstelveenseweg. We zaten allemaal gescheiden van elkaar, wisten ook niets van elkaar. Ik ben nooit verhoord, heb wel veertien dagen in de cel gezeten met drie andere mannen. Ik weet ook nog dat ik soms Van Rijn zag, helemaal in elkaar geslagen. Het was een wrak, in veertien dagen tijd. Dat deden die Duitsers bewust, maar ik was al wel zo slim om daar niet op te reageren.
Mijn moeder en ik werden tegelijk vrijgelaten en toen zijn we naar een tante gegaan. Ons huis was verzegeld. Mijn broer heeft nog zes maanden in Scheveningen gezeten, hij is ook verhoord, maar toen toch vrijgelaten. Mijn vader is eerst naar Utrecht overgebracht, naar de gevangenis in de St. Jansstraat, en daar vandaan naar Kamp Amersfoort. Daar is hij kort daarna gefusilleerd.
Wij wisten niet eens dat hij overgeplaatst was naar Amersfoort. Mijn moeder en ik zaten na onze gevangenistijd bij een familie in de Betuwe om aan te sterken en zij vertelden ons dat vader gefusilleerd was. We zijn toen direct naar huis gegaan. Ik was toen wel in staat om die moffen allemaal overhoop te schieten. Ik had geen consideratie met Duitsers en heel lang na de oorlog was ik ook nog wel bereid om ze op te ruimen. Maar ik heb me gedeisd gehouden, hoor, we waren toch wel bang dat we in de gaten werden gehouden.
Foto’s: Boven Koen 1932; midden bekendmaking executie vader; onder Koen 1947
Mulder, Koen, geboren in 1927 vertelt een verhaal:
Ja, we mogen nooit vergeten wat er gebeurd is en dat het zó weer kan gebeuren. Daarom is herdenken heel belangrijk. Let op, let goed op, wees altijd attent dat je niet ingepakt wordt door allerlei mooipraters en andere slimme politici. Vorm altijd een zelfstandig oordeel.
Mulder, Koen, geboren in 1927 vertelt een verhaal:
Waarom ik eigenlijk in de gevangenis zat dat was gewoon omdat ik tot dat gezin behoorde. Het had niet een bepaalde reden. En het is natuurlijk heel vreemd hé, je wordt plotseling opgesloten in een cel met drie vreemde mensen. Ja, ik heb het maar allemaal ondergaan. Vreemd genoeg was ik niet bang. Je bent eigenlijk plat geslagen, alle gevoelens verdwijnen, dat geldt misschien niet voor iedereen, maar voor mij althans wel.
Mulder, Koen, geboren in 1927 vertelt een verhaal: