BIOGRAFIE
Ik ben Gijs van der Leck, in 1925 geboren in Soest. Daar heb ik m’n jonge jeugd doorgebracht, tot we in 1942 naar Amersfoort verhuisden. Ik was de jongste thuis, ik had twee broers (Jan Bart 1918 en Willy 1920) en een zus Judith (1922). Mijn vader was een gerenommeerd architect, maar door de oorlog werd er nauwelijks gebouwd, er was gebrek aan materialen, aan mensen en aan geld. Eigenlijk aan van alles. Mijn ouders hebben zich in de tweede helft van de jaren ’30 aangesloten bij de NSB. Het was een politieke keuze. Er zat een sociale bewogenheid achter, ze hoopten op een oplossing voor de enorme werkeloosheid en de armoede. Maar ja, daar bleef het niet bij…
Een maand na de capitulatie was er een grote NSB-bijeenkomst in Lunteren. Daar staken de voormannen van de NSB een speech af waarin ze hun programma toelichtten. Er werd veelvuldig ‘houzee’ geroepen. Dat groepsgevoel heb ik nooit gehad. Ik stond er bij, omdat mijn ouders dat nodig vonden, maar ik schaamde me dood. Ik moest bij de Jeugdstorm en ik vond het verschrikkelijk. Dat paraderen, het in de houding staan, de flinke discipline. Dat was dus het gevolg van de keuze van mijn ouders. De Jeugdstorm was afgelopen toen ik in Delft bouwkunde ging studeren. Maar daar moest ik vervolgens in 1943 de studentenverklaring ondertekenen. Daarmee beloofde je dat je geen Duits-vijandige dingen zou doen; als je niet tekende, mocht je niet studeren.
Ik heb getekend. Ik had het niet moeten doen, maar dan had ik dus moeten onderduiken. ’t Zal je gebeuren dat je als zoon van niet-onbelangrijke NSB-ouders moet zeggen: ‘Pa, ik duik onder!’ Dat was ondenkbaar. Ik zou ook niet weten waar ik terecht had gekund. Niet bij de buren, niet bij familie, want daar hoefden we sinds de keuze van mijn ouders niet meer bij aan te komen. Dus ik heb die verklaring getekend. Niet iets om trots op te zijn, maar achteraf wel verklaarbaar.
Na de oorlog waren we sterk vertegenwoordigd in Kamp Amersfoort: vader, Jan Bart en ik in de mannenafdeling, m’n moeder en zus in het vrouwenkamp.
Leck, Gijs van der, geboren in 1925 vertelt een verhaal:
De NSB was destijds een politieke keuze van mijn ouders en eigenlijk een antwoord, eigenlijk een oplossing voor de enorme werkeloosheid en de armoede. Een soort sociale bewogenheid zat er achter hun keuzes. Ze hadden dus tenslotte in 1938 hadden ze acht zetels in de tweede kamer. Dus het was niet helemaal niks. Maar ja, daar bleef het toen niet bij en ja, toen stond de NSB ook voor een keuze. En die werden onder druk gezet ook door de generaal of hoe heet hij Seyffaert hé, en ja Mussert voorop die zei, ik weet nog wel… . Maar ja, het is toch niet onbelangrijk waar je ouders je in voorgaan.
Leck, Gijs van der, geboren in 1925 vertelt een verhaal: