BIOGRAFIE
Ik ben Hannie van de Laag – Van Hoften, in 1930 geboren als Hannie van Hoften. Ik was 10 jaar toen de oorlog uitbrak. Mijn broertje was 3 jaar jonger. We woonden aan de Barchman Wuytierslaan in Amersfoort. Vanuit ons huis keken we op het emplacement van de Spoorwegen. Daar waren werkplaatsen, er werd van alles opgeslagen, er stonden olietanks die de Duitsers gevorderd of gepikt hadden om naar Duitsland te vervoeren. Het gebeurde regelmatig dat het terrein door de Engelsen werd beschoten.
Bij zo’n luchtaanval ging het alarm af. Als we na afloop weer uit de schuilkelder kwamen, zag je wat de granaten hadden aangericht. Wij hadden daardoor op het laatst geen glas meer in de voorkant van het huis zitten. Je kon toen ook geen ruiten meer bestellen, die waren er niet meer, en daarom waren de voorkamers met hout dichtgetimmerd.
Mijn vader was dokter Gerard van Hoften. Hij was directeur van de Geneeskundige Dienst en een bekende figuur in Amersfoort. Hij was op het laatst ook de enige gemeentedirecteur die niet pro-Duits of NSB’er was. Mijn vader is op 3 oktober 1944 samen met meneer Bunnik gefusilleerd in Hoogland, omdat het verzet de Amersfoorter Johannes Frima had doodgeschoten. Dat was een belangrijke NSB‘er en toen hebben de Duitsers als represaille twee belangrijke Amersfoorters uitgekozen en doodgeschoten. Onze vader is de avond ervoor opgehaald.
Er werd na achten aan de deur gebeld. Na achten mochten wij niet meer de deur uit, dan was alles dicht en donker. We hoorden mensen om ons huis lopen, er kwamen Duitsers binnen. Ze kwamen m’n vader halen, dus die heeft boven nog z’n koffertje gehaald dat klaar stond voor het geval hij een keer moest vluchten of werd opgepakt. Mijn broer en ik waren nog niet naar bed, ik zat piano te spelen, en iedereen was beduusd. En daar ging vader.
Het merkwaardige is dat mijn ouders tot ik weet niet wanneer bevriend waren geweest met meneer en mevrouw Frima; zij kwamen ’s avond wel bij ons bridgen. Mijn moeder heeft na dit gebeuren geloof ik nooit meer contact gehad met mevrouw Frima.
Hoften, Hannie van, geboren in 1930 vertelt een verhaal:
Ik mocht één keer in de week een liter melk halen bij een boer richting Soest. Dan had ik een bepaald pannetje of een pot en ging ik op de fiets daarheen. Dan ging je in Amersfoort zo langs wat nu de dierentuin is en aan de overkant van die dierentuin had je een paar villa’s. Die staan er nog. Daar zaten Duitsers in en die hadden een wachtpost aan de stoeprand, aan de fietspadrand. Ik weet nog dat ik altijd zat te rillen om daar langs te komen. Ik vond het een rot opdracht dat ik dat elke week moest doen. Mijn broertje was te klein en mijn moeder had wel wat anders te doen. Dus dat was altijd een vervelende klus: 1 liter melk halen elke week in Soest. Afijn, dan hadden we weer wat.
Hoften, Hannie van, geboren in 1930 vertelt een verhaal: