BIOGRAFIE
Ik ben Ida Bunnik en ik ben op 25 december 1930 geboren in Amersfoort. Ik was een echt kerstkindje. Ik ben de oudste van zes kinderen. Ik had twee broers en drie zussen. Mijn zus Nel is van 1939 en zij ging als baby mee toen we moesten evacueren. M’n jongste zus Dieneke is in maart 1941 geboren, dus in de oorlog. Het begin van de oorlog kan ik me nog heel goed herinneren.
Het was op een vrijdag en we hadden al uren vliegtuigen horen overvliegen. Toch stuurden m’n ouders ons gewoon naar school. Maar die was natuurlijk gesloten en toen waren we in een kwartier weer terug. Het is gek, want mijn vader had wel naar de radio geluisterd en hij had ook veel belangstelling voor al die ontwikkelingen. Ik heb hem er als 9-jarige ook wel over horen praten met mijn oom en ik weet eigenlijk zeker dat hij de oorlog wel heeft zien aankomen.
Mijn vader heeft het eind van de oorlog nooit meegemaakt. Hij is namelijk op 3 oktober 1944 ’s ochtends vroeg gefusilleerd in Hoogland. Hij was de avond ervoor om een uur of tien van huis gehaald door mannen van de Landwacht, waaronder Pietje Frima. Die wilde vergelding omdat zijn vader, de NSB-advocaat Frima, kort daarvoor was vermoord door het verzet.
Ik sliep en heb niet gehoord dat mijn vader werd opgehaald, terwijl ze onder andere wel de voordeurruit hebben ingeslagen. Ik hoorde de volgende dag van m’n moeder dat m’n vader gezegd had dat hij geen idee had waarom ze hem moesten hebben en dat hij vast en zeker snel weer terug zou zijn. Maar de volgende ochtend is hij toen samen met dokter Van Hoften gefusilleerd op de Schothorsterlaan in Hoogland.
Later begrepen we dat Frima eigenlijk op zoek was geweest naar m’n oom Kees, de broer van mijn vader die in het verzet zat. Maar ja, oom Kees was niet thuis en toen hebben ze zomaar één van de andere broers Bunnik gepakt. Dat was helaas mijn vader.
Bunnik, Ida, geboren in 1930 vertelt een verhaal:
Zes en veertig, mijn vader was zes en veertig toen hij gefusilleerd werd. En moeder was net veertig geloof ik, toen ze met zes kinderen overbleef. Dus dat is natuurlijk ook een situatie met omstandigheden die het voor mij extra moeilijk maakte.
Bunnik, Ida, geboren in 1930 vertelt een verhaal: