slogan header

een vraag of reactie?    …contact

Brester, Hedda

BIOGRAFIE

Ik ben Hedda Kalshoven, in 1930 geboren als Hedda Brester. Ik had een zus en twee broers. Mijn moeder kwam in 1920 als Duits ‘oorlogskindje’ naar Nederland. Ze kwam in huis bij de familie Brester in Utrecht. Deze familie had twee zoons en in 1929 is ze met een daarvan getrouwd. Dat werd mijn vader, hij was arts. Voor de oorlog zijn we in Amersfoort komen wonen, omdat hij toen werd aangesteld als geneesheer-directeur van ziekenhuis De Lichtenberg in Amersfoort.

 

Mijn moeder had een broer, die wij oom Eberhard noemden. Onkel Eberhard zeiden we ook wel eens. We kenden hem als de vrolijke oom in plusfour, niet als soldaat. Tot het oorlog werd en hij in z’n uniform op bezoek kwam. In het begin, als m’n moeder jarig was, zat hij wel in z’n uniform in de kring en hij begreep dan niet dat mensen hem geen hand wilden geven. M’n ouders hebben hem toen gevraagd om z’n uniform niet meer te dragen als hij bij ons was. Hij is daar razend om geworden: wij moesten ons niet schamen voor zijn uniform, het was zijn trots. Hij was Duits officier en wilde zijn uniform dragen. Daar hebben ze een enorme ruzie om gehad, maar daarna droeg hij toch een plusfour en een donkerrode pullover die m’n moeder snel voor hem gebreid had.

 

Als kind wisten we dat het een ‘verkeerd’ uniform was, we hadden geleerd om over die ‘rotmoffen’ te praten en dat deden we ook vol verve. Maar als oom Eberhard in z’n uniform kwam, vlogen we om de hals, dat was een heel andere Duitser ….

Er waren voor ons dus eigenlijk twee Duitslanden: het Duitsland waar we oorlog mee hadden en het Duitsland van onze familie. Wij waren een Nederlands gezin in Amersfoort en mijn ouders wilden duidelijk niet aan de Duitse kant gezien worden: ze waren Nederlanders en ingeburgerd in Amersfoort. Oom Eberhard had niet in de gaten wat het voor ons betekende om overheerst te worden. Hij zei: ‘nou, het komt allemaal wel goed, dapper volhouden, het komt allemaal wel goed.’ Dat botste, vooral mijn vader heeft veel ruzie met hem gehad.

Brester, Hedda, geboren in 1930 vertelt een  verhaal:

tegeltje Brester doodgezwegenWij hadden een meisje dat was bij de Jeugdstorm, dat was de jeugdafdeling van de NSB. En dat kind kwam op school in haar uniform. Ze hadden een lichtblauwe blouse en een zwarte rok en zo’n pet, dat was van dat zwarte bont met zo’n oranje baan van binnen. Daar zat ze mee in de klas. Ik heb pas later begrepen, wat wij haar als klas aan hebben gedaan. We hebben haar namelijk volstrekt doodgezwegen. Ze bestond niet voor ons. Ik zie haar nog in haar bank bij het raam zitten, volkomen geïsoleerd. Alléén in een soort luchtbel en wij waren om haar heen bezig en we zagen haar niet. Dat moet ontzettend geweest zijn voor dat kind. Heel erg ja.

Brester, Hedda, geboren in 1930 vertelt een  verhaal:

  © Alle rechten voorbehouden, Project ‘Kinderen van Toen’ Disclaimer & Privacy           Over deze site